Toppers over 71 jaar CHIO Rotterdam: Jos Lansink

CHIO
MVB 7730 For Cento LANSINK Jos

Helaas geen CHIO Rotterdam in 2020. Gelukkig hebben we genoeg mooie herinneringen. De komende tijd gaan we terugblikken met topruiters, vrijwilligers, medewerkers, etc. op de hoogtepunten van de afgelopen 71 jaar. Dit keer met springruiter en NederBelg Jos Lansink. Hij reed de laatste jaren van zijn schitterende carrière voor België, maar is nog een echte Nederlander blijkt wel tijdens het gesprek dat we met hem hadden.

Moeten sommige mensen die we spreken nog wel eens nadenken bij vragen, Jos gaf zonder twijfelen vlot antwoord op alle vragen. Hij lijkt wel eens een man van weinig woorden, maar over ons CHIO Rotterdam praat hij vol enthousiasme en ook verder was weinig aansporing nodig.

De eerste keer dat hij op het CHIO Rotterdam kwam, was als bezoeker, in het begin van de jaren 80, samen met Hans Horn. Jos: “Hans was toen net voor zichzelf begonnen, Paul Schockemöle reed in Rotterdam en we bezochten de landenwedstrijd, toen nog op vrijdag. Duitsland won. Zelf reed ik in 1985 of 1986 voor de eerste keer, met Christel. Ik weet het nog heel goed, er werd slecht gesprongen en ik was de eerste foutloze in de Grote Prijs. In de barrage had ik er 2 of 3 af, maar ik was heel blij, vond het al een hele prestatie. Ik ben niet snel onder de indruk, maar weet dat ik toen wel de kriebels in de buik had, ik wilde zo graag presteren en die foutloze ronde gaf zoveel voldoening. Het smaakte naar meer en dat is gelukkig ook gekomen.

Naast dit moment heb ik veel meer mooie herinneringen aan het CHIO Rotterdam. In 1988 won ik met Felix de Grote Prijs, in de week nadat ik Geesteren had gewonnen. Ik zat toen ook meteen in het team voor Seoel, mijn eerste Olympische Spelen. Wat goed is komt snel, heet dat toch ? Een jaar later tijdens het EK werd ik individueel derde , ook met Felix, na John en Michael Withaker die eerste en tweede werden.

Het mooiste moment in mijn gehele carrière is toen ik in 2006 wereldkampioen werd in Aken, toch het mekka van de paardensport. Iedereen droomt ervan om daar te rijden en om daar wereldkampioen te worden, dat was echt een droom. De huldigingen, alles er omheen, onbeschrijflijk was dat, dat maak je nergens anders mee. Teamgoud winnen met het team in Barcelona was natuurlijk ook geweldig, maar individueel is toch mooier”.

De grote publiekstribune van het CHIO Rotterdam is genoemd naar het paard waarmee Jos teamgoud won in Barcelona: Egano. We vragen Jos over hem te vertellen: “Egano was een beetje een aparte, maar misschien was hij daarom ook wel zo goed, net als bij mensen, hebben de beste paarden ook vaak iets aparts. Toen hij bij mij kwam had hij wat problemen met zijn vorige ruiter, maar ik heb weinig last met hem gehad. In Barcelona is hij één keer gestopt, maar dat had te maken met het weer, daar had het paard weinig schuld aan. Het was heel slecht weer en de wedstrijd was al twee keer uitgesteld en toen opeens begonnen ze. De eerste ruiters moesten rijden in een ring waarin plassen van 3 à 4 meter lagen. Tot dat moment was ik de enige dubbel-nuller en als ik andere omstandigheden had gehad, had ik zeker ook kans op een individuele medaille gehad. Zoals gezegd, Egano had een eigenzinnig karakter, maar ik denk dat dat met zijn verleden te maken had. Verder was hij een toppaard, heel voorzichtig en met veel vermogen.

Naast de al genoemde Felix en Egano heb ik in Rotterdam nog meer paarden gereden. Op zaterdag was in mijn tijd de kleine Grote Prijs, daar reed ik vaak vooraan in mee en ik heb zelfs een paar keer gewonnen met Libero H. In 2006, het jaar van Aken, reed ik Cumano voor de eerste keer in Rotterdam en onder andere mijn vrouw en Eric Berkhof waren aanwezig. Eric heeft toen tegen mijn vrouw gezegd dat hij de toekomstige wereldkampioen aan het werk zag en hij kreeg gelijk. Libero H heb ik veruit het vaakst gereden in Rotterdam, de andere paarden twee of drie keer”.

Jos won in 1992 met het Nederlandse team in Rotterdam; de laatste twee jaar doet het Belgische team het fantastisch. We vragen hem voor wie hij is. Even wordt het stil, maar dan: “Voor wie denk je ? Ik rij de laatste jaren weliswaar voor België, maar ik heb een Nederlands hart ! Met voetbal ben ik wel voor België. Grapje ! Nee hoor, geen discussie over mogelijk !”

We vragen Jos hoe hij de laatste maanden heeft beleefd. In tegenstelling tot menig collega heeft hij er weinig problemen mee gehad: “Ik heb me geen dag verveeld. Het Corona virus is beangstigend, maar ik zou wel ieder jaar een concoursstop willen van een paar maanden. Thuis zijn is heerlijk, ik ben graag thuis en op stal, gezellig vind ik dat. Vroeger had je van 31 december tot 1 maart geen concoursen en dat mag van mij zo weer ingesteld worden. Het is goed voor de paarden en de ruiters kunnen resetten. Sterker nog, ik denk dat een periode als deze goed is voor de hele wereld, iedereen deed alles maar, alles moest meer en sneller. Natuurlijk gaat in ons vak het leven altijd redelijk door, we kunnen naar buiten en de verzorging gaat door, maar toch denk ik dat een rustperiode op zijn tijd goed is, vooral voor de ontwikkeling van de jonge paarden. Nadeel is wel dat de handel ook stil staat, ik heb weinig paarden verkocht, maar gelukkig heb ik er in het begin van het jaar een paar goed verkocht. Overigens wilden de jonge ruiters bij mij op stal wel graag op concours”.

Jos heeft heel veel hele goede paarden gereden en zijn paarden werden regelmatig droompaarden genoemd. Is er toch een paard dat hij graag ook onderdak gegeven zou hebben in zijn stal ? Ook hier hoeft Jos weer niet over na te denken: “Jazeker ! En dat paard heb ik ook één keer mogen rijden en dat was ook echt een droom: Shutterfly van Meredith Michaels – Beerbaum. In 2006 mocht ik haar rijden tijdens de ruiterwissel op het WK en wat gaf dat paard een speciaal gevoel, zo fijn, zo bloederig, zo vlug in de benen”.

Zoals iedereen die we spreken, mag ook Jos het gesprek zelf afsluiten. Lachend: “Beste volgers van het CHIO Rotterdam, blijf het concours volgen ! Het is hét concours met de teamwedstrijd voor ons land en dat heb ik vanaf de eerste keer, dat ik er mocht rijden, speciaal gevonden. Verder ben ik blij, dat mijn familie en ik de Corona tot nu toe goed zijn doorgekomen. Ik heb beangstigende dingen gezien op het nieuws en een paar jaar geleden ben ik natuurlijk zelf ook ziek geweest, dus ik reken mezelf toch een beetje tot de risicogroep. Hopelijk komt er snel een vaccin en kunnen we weer redelijk op normale voet verder, zodat we weer kunnen genieten van onze mooie sport. Ik ben bang, dat in ieder geval de indoor wedstrijden zonder vaccin, moeilijk worden. Voor de hele paardenindustrie zou dit heel slecht zijn, zeker ook als grote kampioenschappen afgelast worden. Grote kampioenschappen, daar draait alles om, dat geeft iedere keer weer prikkels aan eigenaren om in goede paarden te investeren. Mijn planning draaide altijd om kampioenschappen, daar was het hele jaar op gericht. Ik denk dat dat voor alle ruiters geldt, het is fijn om een doel te hebben om naar toe te werken, dat motiveert en het is fijn om ergens naar toe te werken. Als er in 2021 zoals nu lijkt een EK en Olympische Spelen zijn, zie ik dat dan ook zeker niet als een probleem. De evenementen liggen ver genoeg uit elkaar en de meeste topruiters hebben momenteel wel twee toppaarden”.

  • Deel dit artikel