Toppers over 71 jaar CHIO Rotterdam: Annemarie Sanders-Keijzer

CHIO
Annemarie Sanders Keijzer 1 1

Uit het oog, maar zeker niet uit het hart. En dat blijkt geheel wederzijds. Gelukkig hebben veel ruiters, medewerkers en vrijwilligers positieve herinneringen aan het CHIO Rotterdam, maar zelden hebben we iemand zo warm en zo enthousiast horen praten als Annemarie Sanders. Zij is de eerste Nederlandse dressuuramazone die ons land op de dressuurkaart zette en was de eerste Nederlandse winnares van de Grand Prix Special in Rotterdam in 1983. De 63 jarige Noord-Hollandse is tijdens dit interview in gedachten weer even terug in het Kralingse bos. We horen de lach op haar gezicht en ze noemt moeiteloos de namen van ringmeesters, speakers en bestuurders. “Ik mag het eigenlijk niet zeggen als Noord-Hollandse, maar het CHIO Rotterdam is voor mij altijd een veel warmer concours geweest dan Amsterdam, ik voelde me er zo ontzettend welkom. Ze geeft zelden interviews en we zien haar bijna nooit meer in de media, maar voor ons maakte ze graag en ruimschoots tijd. Aan het woord is Annemarie Sanders!

Ze rijdt nog steeds, op een eigen fokproduct, een twaalf jarige ruin van Lord Loxley: “Alles zit erop. Het is een gewoon beestje, maar hij kan alles en ik ben er eigenlijk best trots op. Sterker nog, ik zou eigenlijk best de ring in willen, incognito”.

Annemarie en Amon; een team

Voor de jongere lezers onder ons, die niet weten wie Annemarie Sanders is, vertelt ze haar verhaal vanaf het allereerste begin: “Ik was vijf jaar toen ik begon met paardrijden. Samen met mijn zus ging ik naar Manege Booij in Krommenie. Eigenlijk mocht ik nog niet, maar omdat mijn zus ook ging, mocht ik mee. Ik begon meteen op een paard, Erica. Kort daarna kochten mijn ouders een Shetland pony bij de brugwachter in ons dorp en daar deden we alles mee. Het beestje stond voor de kar, we deden aan ringsteken, niets was te gek. Toen ik zeven jaar was, kwam er een Welsh pony en toen werd ik echt fanatiek. Ik ging landelijk rijden bij RV De Zaanse Ruiters en wilde alles winnen. Meteen mocht ik aan twee EK’s mee doen, Malmö en Kopenhagen en wist zelfs individueel een zilveren medaille te behalen. Toen ik 14 jaar was, kwam m'n grote paardenliefde en mijn latere toppaard in mijn leven: Amon. We gingen met de familie naar een veiling in Duitsland. Opeens begon mijn vader mee te bieden en niet veel later hadden we een paard, Amon dus. Een bevlieging, maar later bleek wel een hele bijzondere. Hartkloppingen en knikkende knieën had ik, van een pony van 1.25m naar een paard van 1.68m. In het begin had ik het zweet in mijn handen als ik op hem zat. Ik vond dat ik het mooiste paard had van heel Noord-Holland. Hij was beter dan ik en het ging allemaal heel snel. Voor ik het wist zaten we in het EK team voor Fontainebleau. We werden tweede of derde in de troostfinale. Daarna zaten we ieder jaar in het team. We mochten drie keer naar de Olympische spelen en werden zeven keer Nederlands kampioen. In 1992 wonnen we op de spelen van Barcelona zilver met het team. Amon heeft me nooit in de steek gelaten, altijd was hij er voor me. Ik leste wel eens, maar we deden bijna alles samen, we hadden geen hulptroepen, we waren samen het team”.

Zelden horen we zoveel liefde voor een paard als wanneer Annemarie over haar Amon praat, heel bijzonder. We vragen haar naar het allermooiste moment in hun carrière: “Dat was zonder twijfel het WK in 1986 in Canada, Cedar Valley. We wonnen toen zilver met het team, dat verder bestond uit Tineke Bartels, Bert Rutten en Hélène Pen – Aubert, dat was sinds 1928 niet meer gebeurd. Ik vond dat ik eigenlijk ook individueel een medaille verdiend had, maar ik werd vierde of vijfde. Naar mijn mening, omdat ik maar een Nederlandertje was naast al die grote Duitse namen. Ik had het idee dat ik veel harder moest knokken voor elke punt dan zij. Maar, ik was wel heel erg dankbaar voor en ongelooflijk trots op hoe we daar hebben gereden”.

Een eigen box op de Manège

We gaan het gesprek verder over het CHIO Rotterdam. Annemarie: “Ik was er nooit als bezoeker geweest, ik kwam er meteen als ruiter met Amon. 17 Jaar was ik, in 1975, ik weet dat nog precies, ik was nog te jong om deel te mogen nemen aan de Von Hazslinszky prijs. Daarna heb ik ieder jaar in Rotterdam gereden en dat vond ik ieder jaar weer geweldig. Zo’n schitterend terrein, zo gezellig, zulk enthousiast publiek, heel anders dan bijvoorbeeld, voor mij dichtbij huis, Jumping Amsterdam. Warm, dat is het juiste woord voor de sfeer en ik vond het een sprookje om in de toenmalige baan in het bos te rijden. Ik kreeg altijd de kriebels als ik weer in Rotterdam mocht starten. Wat ook speciaal was, was dat ik altijd in de Manège mocht staan, Amon heeft nooit een stal gehad in een tent. Ik reed ook ieder jaar goed op het CHIO, ik won altijd, misschien was het mede daarom wel mijn favoriete concours. Ik kende er ook iedereen, van ringmeesters tot vrijwilligers en ook dat vond ik zo ontzettend leuk. Ik zag er ieder jaar weer naar uit om ze allemaal weer terug te zien. Het enige minpunt was, was dat het zo’n eind lopen was naar de auto, door het bos, je moest altijd goed nadenken en niets vergeten. Wat ook leuk is om te vertellen over Rotterdam, is dat ik tot in de zevende maand van de zwangerschap van mijn dochter gereden heb, op 16 juni bevallen ben en in augustus weer op het CHIO de piste binnenreed. Nadat ik geen actief wedstrijdruiter meer was, ben ik er eigenlijk nog maar twee keer geweest, één keer met mijn vader op uitnodiging van een relatie en één keer heb ik met mijn dochter een pas de deux gereden op het hoofdterrein, volgens mij was dat in 1989”.

Alleen privé nog met paarden aan het werk

Van het verleden en het CHIO Rotterdam naar het heden. Hoe vult Annemarie haar dagen en hoe beleeft zij deze onnatuurlijke COVID-19 periode ? “Eerlijk gezegd heb ik er niet zoveel last van. Het klinkt raar, maar ik heb een stal bij mijn ouders waar ik elke dag met mijn hond heen ga en nog bijna iedere dag rijd. Daarnaast woon ik heel mooi aan het water en heb de luxe een boot te hebben, waar ik veel tijd op doorbreng. Ik kan me overigens wel voorstellen dat het voor anderen, die in de stad wonen, vreselijk is. Naast mijn stal, mijn hond en mijn privé leven, doe ik weinig tot niets meer in de paarden. Ik ben te perfectionistisch om les te geven, ben fanatieker dan de meeste andere ruiters, nog steeds. En eerlijk gezegd kloppen er ook weinig mensen bij mij aan de deur, de meeste ruiters en amazones van nu kennen mij niet meer en ik doe niet aan sociale media, dus ze zullen me ook niet snel vinden”.

Natuurlijk volgt Nederlands voormalig dressuurkoningin de huidige sport nog wel. We vragen haar of haar een paard speciaal is opgevallen is en welk paard ze zelf graag gereden zou willen hebben. Die heeft ze, namelijk de veel te vroeg overleden KWPN hengst Apache van Emmelie Scholtens: “Niet alleen een heel goed paard, maar ook een vreselijk mooi paard. Ik hou van mooie en sierlijke paarden”.

We zijn bijna aan het einde van ons gesprek. Een gesprek waarin Annemarie openhartig haar verhaal vertelt en waarin degenen die haar (nog) niet zo goed kennen nu toch een beeld krijgen van de voormalige Nederlandse dressuurtopper. Is er nog iets wat leuk is te vertellen aan onze volgers wat typisch Annemarie is ? Daar hoeft ze geen moment over na te denken: “Ik ben heel erg gek op mijn dieren, niet alleen op mijn paarden. Zo ben ik onlangs, tijdens de hevige vorstperiode, door het ijs gezakt en in het water gesprongen voor mijn hond. Ik was helemaal in paniek. Mijn hond sprong het ijs op, liep een stukje en zakte er toen doorheen. Ik twijfelde geen moment, schreeuwde moord en brand en ging hem achterna. Ik doe alles voor die hond, je ziet dat koppie en je gaat. Gelukkig is het goed afgelopen”.

Mooi, gezellig, gemoedelijk

Zoals iedereen mag ook Annemarie dit gesprek zelf afsluiten en na dit voor haar duidelijke emotionele moment, neemt ze weer enthousiast het woord: “Het CHIO Rotterdam zit in mijn hoofd als het mooiste concours van Nederland. De mensen daar kennen je, noemen je bij naam, de deur stond altijd voor mij open, ik vond het er zo ontzettend gezellig ! Ik zeg dit niet om te slijmen, het was gewoon mijn wedstrijd. Die sprookjesachtige baan in het bos, kippenvel gaf die mij. Een extra boost om goed te presteren. Wat ook wel bleek, want zoals ik al eerder zei, ik reed altijd goed in Rotterdam. Als ik aan jullie concours denk, denk ik aan Jan Willem Körner, Frederik van Beek, Ed van de Bent en alle anderen en aan drie woorden: Mooi, gezellig, gemoedelijk”.

Wat een mooie woorden, daar worden we even stil van ……. Annemarie (we mochten geen U zeggen, want anders voelt ze zich zo oud), het was een eer en waar genoegen je te spreken en stellen voor je snel weer eens te ontmoeten op ons terrein, waar je zo enthousiast over vertelt. De baan in het bos is er nog steeds, we gaan er graag samen met jou naar terug !

  • Deel dit artikel