In gesprek met Jacob Melissen; de Johan Derksen van de paardensport
Na een onvergetelijke jubileumeditie van het CHIO Rotterdam is het weer tijd voor goed gesprek met een prominent uit de paardenwereld. We trappen we af met een man die zijn mening niet onder stoelen of banken steekt. Hij wordt ook wel de Johan Derksen van de paardensport genoemd. Hij won onlangs een weddenschap met Hans Peter Minderhoud. Hij denkt dat TeamNL springen met een beetje geluk voor een gouden medaille gaat op de aanstaande Olympische Spelen in Parijs. Jeroen Dubbeldam en Anky van Grunsven zijn nog steeds zijn favoriete ruiters, zowel als sporter en als mens. Hij is oprichter én directeur van het Springpaardenfonds Nederland. Natuurlijk spraken we met Jacob Melissen.
Hij is niet weg te denken uit de paardenwereld, maar ook voor Jacob Melissen is het ooit een keer begonnen. Onze eerste vraag aan Jacob luidt dan ook hoe zijn band met de hippische wereld is ontstaan. Jacob: “Dat gaat terug naar mijn geboortedorp Grijpskerk, een dorpje in Groningen. Er was daar een hengstenvereniging voor Groninger paarden met allemaal herenboeren in het bestuur. Ze hadden een knecht die de hengsten verzorgde. Deze knecht had in het leger gezeten als onderofficier. Mijn vader was fotograaf en fotografeerde onder andere deze hengsten. Toen ik een jaar of zeven was kreeg ik van de knecht mijn eerste rijlessen op de hengsten. Een jaar lang reed ik op een ongezadeld paard en daarna kwam er een zadel. Verder waren er geen mogelijkheden om te rijden. Pony’s waren er toen nog amper. Verder zijn mijn rijkunsten nooit gekomen. Zoals gezegd, mijn vader was fotograaf en zo kwam ik terecht bij Fotopersbureau Dirk van der Veen in Groningen, waar ik het vak leerde. Mijn moeder werd in die tijd ernstig ziek en mijn vader werd mantelzorger. Zo ben ik rond mijn twintigste noodgedwongen mijn vader opgevolgd. Ik begon dus in de boerensector, maar de koeien-, schapen- en geitenboeren vond ik niet heel boeiend, alleen al omdat ze om 17.00 thuis moesten zijn voor het resterende werk die dag. De paardenwereld vond ik een stuk gezelliger. Naast de passie die er altijd is geweest in deze wereld vond ik het woest aantrekkelijk dat vrouwen en mannen hier gelijk in zijn. Ik bedoel, het is niet alleen een mannenwereld.”
Johan Derksen van de paardensport
“Ik heb in de loop der jaren wel wat uitstapjes gemaakt, onder andere naar de motorsport, maar de paardensport bleef trekken. Mijn dagen zijn goed gevuld. Zo ben ik oprichter en directeur van het Springpaardenfonds Nederland, werk ik voor De Hoefslag en In De Strengen, heb ik een aantal internationale contacten waar ik actief voor ben en werk ik voor het Dagblad van het Noorden. Voorheen was ik ook nog perschef van de Military in Boekelo. Ik fotografeer en ik schrijf, maar ben steeds meer gaan schrijven. Dit omdat de fotografie steeds meer een ondergeschoven kindje wordt, er is weinig budget voor en de prijzen staan onder druk. Over mijn schrijven: soms krijg ik hoongelach, soms stormen van kritiek en ik word zelfs wel eens stijf gescholden. Daarentegen krijg ik ook bijval en word ik af en toe de hemel in geprezen. Daar kan ik goed mee leven. Ik wil onafhankelijk zijn en ben niet bang om heilige huisjes omver te trappen. Onafhankelijkheid vind ik essentieel in mijn vak. Ik word dan ook wel de Johan Derksen van de paardensport genoemd.”
Sinds 1972 op het CHIO
“In 1972 moet ik voor de eerste keer op het CHIO geweest zijn. Dat was onder andere als fotograaf voor De Hoefslag. In het Stroodorp had je toen nog de zogenaamde Heineken hoek en ik weet nog goed dat de springruiters onder leiding van Jan Maathuis, één van de topruiters in die tijd, verbolgen waren dat ze niet naar de Olympische Spelen in München mochten. Ik weet ook nog dat Ed van de Bent dat jaar rondrende om de startlijsten te verzorgen. Ik moet toen circa twintig jaar geweest zijn.”
Voor en na Frans Lavooij
“Voor mij zijn er twee versies van het CHIO Rotterdam. Die van voor en na Frans Lavooij. Voor zijn tijd was het een evenement waar de sport ondergeschikt was aan de commercie. Toen Frans kwam werd het veel meer een publieksevenement. Een positieve ontwikkeling, al vind ik het wel jammer dat het CHIO nog steeds geen Rotterdams evenement is, het blijft een Kralings feestje. Ik zie zelden mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in het publiek, terwijl die er zo veel in Rotterdam wonen. Ik hoop dat hierin verandering gaat komen dan kan het CHIO samen met de marathon uit kunnen groeien tot één van de allermooiste evenementen van Rotterdam. Willen we de paardensport meer geaccepteerd laten worden door het grote publiek en meer draagvlak creëren, dan moeten jullie hier ook echt nog meer aan werken. Ik heb weet van project "Werken als een paard", dat voor een grotere betrokkenheid van de jeugd bij het CHIO kan zorgen. Dat is een fantastisch begin en ik hoop dat dit project in sterke mate gaat bijdragen aan een grotere betrokkenheid van de Rotterdammers bij het CHIO. Evenementen als deze verdienen niet alleen een breed maatschappelijk draagvlak, ze hebben dat ook nodig om te kunnen blijven bestaan.”
Eigen oordeel
Jacob was ook dit jaar iedere dag al vroeg in Rotterdam en ook op de nationale woensdag spotten we hem op de tribune. We vragen hem naar een dag in het Kralingse bos. Jacob: “Ik begin met een lekker ontbijt in mijn hotel en daarna ga ik naar het terrein om te kijken naar wat ik die dag nodig vind om te zien. De nationale dressuur hoorde daar dit jaar ook bij, omdat ik daar een aantal interessante combinaties aan de start vond komen. Ik heb natuurlijk altijd mijn eigen mening en ik vind dat als ik het ergens niet mee eens ben, ik daar commentaar op moet kunnen geven. De rest van de dag loop ik rond, praat ik, luister ik en kijk ik nog meer. Ik vorm mijn ideeën en mening en dan schrijf ik daar over. Ook maak ik videootjes voor De Hoefslag waarin ik (lachend) vijf domme vragen stel en zes intelligente antwoorden krijg. Zoals gezegd, ik wil mijn eigen mening vormen. Ik bedoel, als vijf juryleden het al niet eens kunnen worden, dan kan ik maar beter mijn eigen mening vaststellen. Meer dan die eigen mening heb ik niet nodig. Ik loop al wat jaartjes mee en vind dat ik gerechtigd ben om mijn eigen oordeel te vormen.”
Mooiste herinneringen
Al 52 jaar op ons evenement. We vragen Jacob naar zijn absolute hoogtepunten. Het blijft even stil en we horen een diepe zucht. Jacob: “Dat zijn er veel. Ik wil graag beginnen met de landenwedstrijden waarin paarden van het SFN meeliepen. Veel hoogtepunten in mijn leven hebben met dat initiatief te maken. Verder heel lang geleden, eind jaren 70, was het ongelooflijk rot weer en er stond een carrousel uit Barcelona op het programma. Die mensen zagen er schitterend mooi uit, maar een onderdeel van de show was dat ze plat op de grond moesten gaan liggen. Ze deden het toch en lagen dus in de blubber. Respect! Ook de shows van de Household Cavalery vond ik altijd prachtig. De koelheid van Marc Houtzager toen er tijdens het EK in 2019 een streaker de ring verscheen vergeet ik ook nooit meer. Ook wil ik de dressuurring vroeger in het bos noemen. Ik vergeet nooit dat het vreselijk slecht weer was en er slechts drie personen op de tribune zaten. Er begon een merel te fluiten en één dame zei tegen die merel “ssssttttt stil zijn”, geweldig! Ik heb heel veel hele mooie momenten in Rotterdam beleefd, maar er waren ook dieptepunten. In 1980 bijvoorbeeld toen de alternatieve Spelen voor springruiters in Rotterdam waren. Er stond een driesprong in een parcours van bouwer Sieto Mellema. Op aanwijzing van de FEI moest deze veranderd worden. Het resultaat was dat op de uitsprong diverse combinaties ten val kwamen, waarmee de reputatie van Sieto flink aangetast werd. De laatste keer op de grasbodem met de landenwedstrijd behoort ook tot de dieptepunten. Het was zo slecht toen, dat kon echt niet. Het jaar daarop lag er zand en daar kon, ondanks alle liefhebbers van gras met bergen kritiek, toen meteen een nieuw hoogtepunt genoteerd worden in de dressuur. Anky van Grunsven en Salinero behaalden een wereldrecord.”
Wat ik altijd bijzonder leuk heb gevonden aan de Rotterdamse organisatie is het open oog dat ze hebben voor de talentvolle ruiters uit de regio. Het Zuid-Hollandse talententeam is op donderdag altijd welkom op het CHIO en krijgt dan naast topsport ook een paar clinics voor de kiezen. Ik mocht als oude rot in het vak proberen de jeugd iets bij te brengen over hoe ze met de media om zouden moeten gaan. Zo probeerde ik hen duidelijk te maken dat ze altijd met respect over hun paard of pony moeten praten en de schuld van een tegenvallende prestatie altijd bij zichzelf moeten zoeken. Je zou het een stukje mediatraining kunnen noemen, maar de media zijn sterk veranderd en dat bleek een paar jaar geleden. Bijna geen van de jongelui wist wie ik was, want de paardenbladen waar ik voor schrijf werden door hen niet meer gelezen. De social media zijn veel belangrijker geworden, vandaar dat ik met alle plezier een stapje opzij heb gezet. Nu wordt dit gedaan door jonge mensen, die daar alle kennis en kunde voor in huis hebben.
Anky van Grunsven en Jeroen Dubbeldam
“Ruiters zijn natuurlijk niet te vergelijken en ik wil anderen niet tekort doen, maar Jeroen Dubbeldam vind ik één van de aller-, allerbeste ruiters die Nederland ooit heeft gehad. Zoals Anky in de dressuur nog steeds een fenomeen is. Anky en Jeroen staan zeer hoog in mijn achting, zowel vanwege hun kwaliteiten als sporter als als mens. Dit laatste is vrij ongebruikelijk voor een topsporter. Overigens kijk ik ook met veel plezier naar wat ik de jeugd noem. Dinja van Liere en Emmelie Scholtens vind ik leuke mensen en goede ruiters. In de springsport wil ik Willem Greve hierin noemen, maar ook Maikel van der Vleuten, Harrie Smolders en Jur Vrieling waardeer ik zeer. Het leukste van ruiters, waarin ze zich onderscheiden van andere sporters is dat ze topsporters zijn dankzij hun toppaard. Zonder een toppaard zijn ze geen topruiter. Albert Voorn is hier een goed voorbeeld van. Hij won individueel zilver op de Spelen in Sidney. Drie weken later werd zijn paard Lando verkocht en Albert is ondanks zijn kwaliteiten als ruiter nooit meer een topruiter geworden. Zenith is mijn favoriete paard ooit. Op twee honderdste miste hij de barrage op de Spelen in Rio de Janeiro. Ik heb zitten janken. Jeroen was zo dichtbij de tripple crown. Dit zou de eerste combinatie in de wereld geweest zijn die Europees kampioen, Wereldkampioen en Olympisch Kampioen was. Ik ben ergens nog nooit zo ziek van geweest, alles stortte toen in elkaar. Ook het paard Jumbo Design in zijn latere dagen vond ik geweldig. Ik had altijd het idee dat hij net voor een sprong omkeek naar zijn ruiter Anton Ebben om te kijken of hij goed zat en er klaar voor was. In de dressuur wil ik toch weer de paarden van Anky noemen. Ik heb genoten van Bonfire en Salinero.”
Weddenschap met Hans Peter Minderhoud
Jacob heeft al veel meegemaakt en we vragen hem of hij nog dromen heeft over het CHIO Rotterdam. Jacob: “Ik zou graag zien dat Rotterdam nog meer een eigen identiteit krijgt. Ik bedoel Jumping Amsterdam en Indoor Brabant organiseren een feestje dat betrekking heeft tot hun plaats in Nederland. Zoals ik al zei, het CHIO Rotterdam is eigenlijk het CHIO Kralingen en dat moet veranderen.”
Onlangs kwam in de media dat Jacob naar aanleiding van ons concours een weddenschap met dressuurruiter Hans Peter Minderhoud heeft gewonnen. We vragen naar het verhaal. Jacob: “Ik had alle nationale en internationale dressuurproeven gezien in Rotterdam en om een lang verhaal kort te maken, ik vond dat Hans Peter recht had op de derde teamplek. Ik was ook in Exloo en op het NK in Ermelo en Emmelie en Dinja waren voor mij al zekere factoren. Marlies bezwijkt helaas te vaak onder de druk, zoals ook in Rotterdam weer. Edward vond ik ook niet sterk genoeg rijden, maar van Hans Peter was ik onder de indruk. Ik durfde daarom met hem een weddenschap aan te gaan, ik was er heilig van overtuigd dat de bondscoach niet om hem heen kon. Dit ook omdat ik vind dat je geen geschiedenis mee moet nemen in een beslissing, dat is een fout die teveel mensen maken. Iedere wedstrijd begint weer blanco. Hans Peter keek me verbaasd aan, maar ging mee in de weddenschap. Zoals inmiddels bekend had ik gelijk en tijdens de teampresentatie de week erna had hij een heerlijke fles champagne bij zich. Overigens, als Marlies beter bestand was geweest tegen de mentale druk, dan had zijn voor mij ook zeker die derde persoon kunnen zijn.
Ik vind over het algemeen in alle takken van sport waarin een jury beoordeling is dat het vaak te lang duurt voordat men eenduidig winnaar wordt, maar als men dat eenmaal is, dat men dan soms ook oeverloos winnaar blijft."
Historisch besef
Zoals bekend draait Jacob al heel wat jaren mee in de paardenwereld. We vragen hem of hij hierover iets wil vertellen dat wellicht niet bij iedereen bekend is. Jacob, zonder twijfel: “Ik wil graag mijn historisch besef noemen! In 1999 won de helaas onlangs overleden Arjen Teeuwissen de Nederlandse titel. Ik vroeg me af hoe lang het was geleden dat een man deze titel behaalde. Ik heb mijn vrouw gebeld en haar dit thuis op laten zoeken. Het antwoord was Jo Rutten. Hij won in 1977 met Banjo. Met springen werd Angelique Hoorn met Hascal in 2001 Nederlands Kampioen. Toen vroeg ik me af wanneer voor de laatste keer een vrouw die titel won. Dit antwoord was 1966. Toen won Josje Ernst met Blacky. Een paar dagen later keek ik voetbal en daar werd gezegd dat een speler zijn honderdste wedstrijd voor Oranje speelde. Ik heb daarop de KNHS gebeld, omdat ik hierdoor nieuwsgierig werd wie de meeste teamwedstrijden voor Nederland in de paardensport gereden heeft. Het antwoord is helaas niet bekend ……. Vanaf 1895 heb ik alle uitslagen van Nederlandse kampioenschappen, EK’s, WK’s en Olympische Spelen opgezocht en vastgelegd. Al ruim tien jaar ben ik daar mee bezig. Dit is ingegeven door mijn mening dat als je de geschiedenis van je sport niet kent, je ook geen toekomst hebt.”
Kansen TeamNL Parijs
We zijn benieuwd hoe Jacob de kansen inschat voor TeamNL dressuur en springen op de Olympische Spelen in Parijs. Jacob: “Voor de dressuur schat ik een plek in de top vijf in. Ik erger me al jaren aan het feit dat er geen topsportbeleid is bij de KNHS. Er is geen lange termijn visie. Op 1 januari 2024 hoor je al een planning te hebben tot de Spelen van 2028 of zelfs 2032. Heb je dit niet, zoals bij de KNHS momenteel, dan loop je achter de feiten aan. Met het plan voor onze tweebenige atleten oftewel de ruiters is niets mis. Echter, er ontbreekt een plan voor onze vierbenige atleten oftewel de paarden. Het N.O.P. is een heel goed begin, maar er moet veel eerder begonnen worden met het scouten en begeleiden van jonge paarden. Terug naar Parijs. In de springsport zijn de verschillen momenteel minimaal, maar als Vrouwe Fortuna meerijdt in het zadel van onze springruiters zit er zeker een medaille in, zelfs een gouden. Met Harrie, Maikel en Willem hebben we drie absolute topruiters die allen twee toppaarden hebben. Nog even over de dressuur. In principe zijn de gouden en zilveren medaille voor Duitsland en Groot Brittannië. Echter op een goede dag is brons mogelijk voor TeamNL dressuur. Een verrassing is niet ondenkbaar. Mede doordat er geen streepresultaat is. Wat ik bijna misdadig vind voor de paarden, want daardoor wordt niet alleen de druk immens, maar wordt ook de ruiter soms geforceerd om over de grenzen van het betamelijke te gaan ten opzicht van zijn paard. Zeker voor landen waar dierenwelzijn iets minder hoog in het vaandel staat."
Verjonging
We vragen Jacob het gesprek zelf af te sluiten. Een vraag die we vaker stellen, maar gezien de uitgesproken mening van onze gesprekspartner zijn we dit keer extra benieuwd naar het antwoord. Jacob: “Ik hoop dat de verjonging die ingezet is met het benoemen van Carolien Lavooij tot voorzitter de komende vier à vijf jaar wordt doorgezet bij het CHIO. Veel mensen denken dat ze onmisbaar zijn, maar men moet de jeugd een kans geven. Een aantal bestuursleden in Rotterdam zullen een pas opzij moeten zetten om anderen een kans te geven. Met Carolien is een goede stap gezet, maar dat is niet genoeg. Om over 25 jaar jullie honderdjarig bestaan te vieren is meer nodig. Één van de grootste problemen van organisaties is dat mensen te lang op één plek blijven. Ze hoeven niet direct vervangen te worden hoor, maar moeten in ieder geval de opvolging begeleiden. In de sport is Maikel van der Vleuten hier een goed voorbeeld van. Dankzij zijn vader Eric is hij nu de ruiter die hij is. Eric behoedt Maikel voor de fouten die hij zelf in het verleden gemaakt heeft. Dit geldt voor meer topruiters wiens ouders ook in de sport zitten of zaten. Het succes van de huidige generatie is mede toe te schrijven aan hun ouders.”
Een kritisch, maar indrukwekkend verhaal. Zoals we van Jacob gewend zijn en waar we, eerlijk is eerlijk, op voorbereid waren. Echter, ondanks het feit dat hij geen blad voor zijn mond heeft genomen, kon hij de stiekeme liefde voor het CHIO Rotterdam niet verbergen. Dank voor je tijd Jacob, we hebben genoten. Heel graag tot nog vele jaren tot in het Kralingse bos. Kralingse, niet het Rotterdamse, sorry.